Met de winter in aantocht krijgt in onze voortuin de ‘vogelvoersilo’ weer z’n plekje op veilige hoogte in de berk. Zes vogels tegelijk kunnen er terecht. De puttertjes behoren inmiddels tot onze vaste gasten. Hoogste tijd daarom voor een eerbetoon.
Tientallen kilo’s vogelzaad gaan er in de wintermaanden in onze voortuin doorheen. Meesjes, vinkjes, mussen, groenlingen, roodborstjes – ‘t is altijd een groot feest. Als de spreeuwen tekeer gaan en ‘t zaad min of meer wild om zich heen strooien, wordt het ook in het gras een drukte van jewelste. Zie je maar zo een paar tortelduiven en een houtduif tussen een vijftiental vinkjes rondscharrelen. Jaren geleden waren we verrukt toen we voor ‘t eerst twee puttertjes zagen. Wie bewondert niet Het Puttertje van Carel Fabritius, geschilderd in 1654 en een van de hoogtepunten van het Mauritshuis in Den Haag. Zo’n kleurig puttertje live in onze voortuin!
De volgende winter kwamen ze tot onze grote vreugde weer terug. Verbaasd waren we, toen we bij herhaling vier puttertjes samen in de berk ontdekten. En in de afgelopen weken noteerden we een nieuw record, vijf puttertjes in de vroege ochtend rond het vogelvoer. Toen besloot ik tot mijn kleine huldeblijk, een aquarel van twee puttertjes. Zó zien we ze in onze voortuin, zij het dat ik ze niet op een tak van een berk heb afgebeeld. Omdat de vogeltjes ook distelvink worden genoemd, heb ik voor distels gekozen.
Puttertjes zijn in werkelijkheid nog kleurrijker dan het puttertje van Fabritius. Maar zijn olieverf is dan ook al meer dan 350 jaar oud… Ons vallen altijd meteen het rode kopje en het geel in de vleugels op. Ze zijn sierlijks en hebben iets guitigs als ze om zich heen kijken. De vogeltjes lijken trouwens voor de duvel niet bang. Als ze eenmaal hun plekje hebben, zijn ze zelfs van de veel grotere spreeuw niet direct onder de indruk.
Geef een reactie